ABN AMRO helpt klanten circulair te worden

Circl, op het Gustav Mahlerplein op de Zuidas, is een van de locaties van WeMakeThe.City. Het circulaire voorbeeldgebouw en platform van leadpartner ABN AMRO doet net als vorig jaar mee. In het gebouw wordt gewerkt aan, en gedacht en gedeeld over de circulaire stad, waar de bank op verschillende manieren ook aan bijdraagt. Julia van Boven werkt bij bij de Sustainable Finance Desk van ABN AMRO en vertelt wat er op dat vlak gebeurt. ‘De overstap naar circulair vergt veel kleine stapjes.’

‘De Sustainable Finance Desk van ABN AMRO is een paar jaar geleden gestart. We willen bijdragen aan de transitie naar een circulaire, CO2-arme en sociaal inclusieve economie, vertelt Van Boven in het innovatieve gebouw op de Zuidas. ‘We doen dat met onze zakelijke klanten en onze collega’s. Het gaat om klanten die hulp nodig hebben bij een transitie naar circulair of deze  willen aanjagen. Bij collega’s gaat het om het delen van kennis en betrokkenheid bij de transitie.’

Die collega’s kunnen deel uitmaken van de zogenaamde Groene 40. Deze veertig ABN AMRO-medewerkers met klantverantwoordelijkheid, krijgen één dag per week de tijd om te besteden aan duurzaamheid, ‘bijvoorbeeld voor duurzame financieringsaanvragen voor het meedenken over financiering van een circulaire scale-up. Deze mensen melden zichzelf aan en zijn intrinsiek gemotiveerd, dat is leuk om te zien.’

Duurzaam geld

ABN AMRO doet nog meer om klanten naar een circulaire manier van ondernemen te bewegen. Er is een ‘sustainable enveloppe’, geld dat specifiek is gereserveerd ‘voor bedrijven waar we van kunnen leren’, aldus Van Boven. Ze noemt Homie als voorbeeld; een Delfts bedrijf dat ‘washing as a service’ aanbiedt. ‘Zij leveren de wasmachines en de klant betaalt per wasbeurt. Maar ook voor de intensiteit van de wasbeurt: hoe heter je wast, hoe duurder.’ 

Daarnaast worden duurzame deals gemonitord en geregistreerd. ‘We willen in 2020 honderd circulaire deals hebben gedaan. De gerelateerde CO2 reductie moet optellen tot een miljoen ton CO2.’ Een hulpmiddel bij het halen van die honderd deal is de Business Innovation Workshop, gericht op bestaande bedrijven en ondernemers. ‘De overstap naar een circulaire economie is een grote verandering, die veel kleine stapjes vergt. Vaak willen ondernemers wel, wij kunnen ze met de Businnes Innovation Workshop helpen bij het vinden van een helder stappenplan.

Niet alleen

Tijdens de workshop, die uiteraard plaatsvindt in Circl, worden steeds tien klanten bij elkaar gezet. ‘De eerste dag is een introductie tot de circulaire economie en de verdienmodellen’, vertelt Van Boven. ‘Vervolgens kijken we naar de hele keten van de bedrijven, zowel extern als intern en naar welke plaats zij zelf in de keten innemen. We zien waar waarde wordt gecreëerd en waar deze verloren gaat.’ Dan is het tijd voor een actieplan met stappen voor nu, maar ook voor de nabije en verdere toekomst. ‘Daarbij wordt er zo veel mogelijk met elkaar samengewerkt, want niemand kan het alleen.’

Volgens Van Boven is de feedback van deelnemers heel positief: ‘Mensen vinden het fijn om even helemaal uit te zoomen en van elkaar te leren. Sommigen nemen direct stappen door voor andere leveranciers te kiezen en sommigen lopen vast, bijvoorbeeld omdat er geen draagvlak is in het bedrijf. Dat moet dan eerst worden gecreëerd.’

Paris-proof

Inmiddels hebben al zo’n honderd bedrijven meegedaan en op 4 juli vindt een bijeenkomst plaats met de oud-deelnemers en andere circulaire pioniers. ‘Het doel is dat ondernemers elkaar kunnen inspireren en kennis delen.’

Dat kennis delen doet de bank ook met hun deelname aan Integrated Capital Labs; maandelijks komen impact financiers bij elkaar om gezamenlijk een sociale ondernemer te kiezen, die zijn of haar onderneming naar een volgende fase wil brengen. Ze  beoordelen vervolgens of en hoe deze ondersteund kan worden, met geld, expertise en netwerk. Ondertussen is ABN AMRO als bedrijf ook druk bezig met een duurzaamheidstransitie. Het heeft de ambitie uitgesproken alle eigen gebouwen voor 2030 Paris-proof te krijgen, een maximale jaarlijkse uitstoot van 50 kilowattuur per vierkante meter. Dat komt bij het bankbrede initiatief om de hele vastgoedportefeuille naar gemiddeld energielabel A te krijgen in 2030. ‘Daarnaast gaan we de leaseauto afschaffen: over vijf jaar rijden onze managers alleen nog maar rond in elektrische deelauto’s. Lead by example, dat willen we doen.’

‘Een smart city is per definitie inclusief’

Richard Budel is CIO (Chief Innovation Officer) Smart Cities bij Huawei, een van de lead partners van WeMakeThe.City. Het bedrijf doet mee aan de Inclusive Cities by Design Conferentie op 20 juni in de Johan Cruijff ArenA.

Budel kwam in aanraking met WeMakeThe.City toen Huawei vorig jaar meewerkte aan het Minecraft-evenement in diezelfde Johan Cruijff ArenA. Vijfhonderd basisschoolleerlingen maakten daar Minecraft-buurt voor Amsterdam Zuidoost. De ontwerpen werden na afloop aan de een gemeentebestuurder overhandigd. ‘Ik vond dat een belangrijk evenement omdat het niets met technologie te maken had, maar het liet wel zien hoe mensen impact kunnen hebben op hun stad. Ik zag daar toen ook dat het festival veel breder georiënteerd was dan alleen technologie.’

Verbindingen

Volgens Budel wil Huawei in eerste instantie vooral leren tijdens WeMakeThe.City. ‘We gaan er niet per se vanuit dat we iets kunnen bijdragen. We kijken wat er op tafel komt en gaan dan nadenken over wat wij vanuit het ict-perspectief kunnen bieden om de transitie naar een smart city te faciliteren.’

De meeste mensen kennen Huawei als telefoonproducent, maar daarnaast is het bedrijf een van de belangrijkste ICT-spelers ter wereld. Huawei heeft een productportfolio van storage, servers, cloud- en netwerkoplossingen en is actief in verschillende industrieën in Europa.

Budel ziet technologie niet als zaligmakend: ‘Het gaat vooral om het leggen van de beste verbindingen. Daar is 5G niet de enige oplossing voor. Wij kijken naar wat het meest geschikt is en niet alleen naar wat mogelijk is.’ Volgens Budel zijn er in steden al veel initiatieven die steden steden duurzamer en inclusiever maken. ‘Maar die zijn stand alone en niet verbonden met anderen. We zoeken naar manieren om alles te integreren.’

Duurzaam

Hij noemt het verkeer als voorbeeld: in veel steden wordt de traffic flow geregistreerd en gecontroleerd. Ook de lucht- en geluidskwaliteit worden gemeten. ‘Maar al die metingen worden vanuit verschillende afdelingen gedaan. Als je wilt weten wat de invloed van traffic flow is op de lucht- en geluidskwaliteit, moet je al die gegevens handmatig verbinden. Dat vinden wij niet slim. Daarom hebben we een platform bedacht waarop al die gegevens zijn geïntegreerd en je automatisch het verkeer – de snelheid en de intensiteit – kunt regelen als de luchtkwaliteit dat vraagt of als er te veel lawaai is.’ 

Sociale aspect

Huawei levert die technologie maar werkt voor verdere uitwerking ervan het liefst met lokale partners. ‘Op die manier stimuleren we lokale bedrijvigheid.’ Dat sociale aspect is voor het bedrijf essentieel: ‘Als we smart cities beschrijven, gaat het fundamenteel over inclusieve steden. Je moet je altijd richten op vier stakeholders: inwoners, toeristen, bedrijven en ambtenaren, de mensen die werken in dienst van de stad. Als je niet iedereen betrekt, ben je geen smart city.’

Budel noemt een voorbeeld uit zijn eigen praktijk om dat te illustreren: ‘Als een klant praat over geldloos betalen als oplossing, worden delen van de bevolking vergeten. Niet iedereen kan meedoen in een cash-loze samenleving. In München liep ik elke dag naar mijn werk over een brug. Daaronder woonde een man die vaak om geld vroeg. Hij kon natuurlijk niets met bitcoins en digitale portemonnees. Dit soort mensen zijn heel kwetsbaar – als je ze vergeet beschadig je ze nog meer. Hetzelfde geldt in andere mate ook voor ouderen, die steeds langer zelfstandig moeten blijven wonen, en bijvoorbeeld migranten, waar veel eenzaamheid bij voorkomt. Technologie kan wel een rol spelen bij het betrekken van deze groepen, maar als je ervan uitgaat dat oplossingen altijd digitaal moeten zijn zijn, beperk je jezelf en anderen.’

‘Jane Jacobs zei veertig jaar geleden al: ‘Cities have the capability of providing something for everybody, only because, and only when, they are created by everybody.‘ Dat proberen we met onze projecten ook te doen.’

Iedereen op de deel-app

Geen eigen fiets, scooter, motor of auto meer, maar iedereen in of op een (elektrisch) deelmobiel en het openbaar vervoer. Dat is de stip aan de – niet meer zo verre – horizon die wordt geschetst in Mobility as a Service, een rapport van ABN AMRO, dat net als vorig jaar lead partner is van WeMakeThe.City, met Circl als locatiepartner. Het rapport komt binnenkort uit en wordt besproken tijdens de conferentie Getting Around Smart op 18 juni. Auteur en hoofd research Franka Rolvink Couzy: ‘Mensen ontdekken dat het fijn is niet zelf meer te bezitten.’

Stel: je woont in de Houthavens en wilt over anderhalf uur in Eindhoven zijn. Je opent een vervoersapp en tikt de gewenste reis in. De app stelt voor een beschikbare deelfiets verderop in de straat  (het is mooi weer) naar het Centraal Station te nemen. Je laat de fiets op het station achter, loopt direct door (dankzij de app) naar het perron, pakt de trein en komt een uur later aan in Eindhoven. Omdat het daar regent stelt de app een elektrische deelauto voor, waarmee je de laatste paar kilometer comfortabel aflegt.

Finland

Een utopie? ‘In Finland bestaat die vervoersapp al’, vertelt Franka Rolvink Couzy, hoofd research bij ABN AMRO en auteur van het rapport Mobility as a Service, een nadere uitwerking van het vorig jaar verschenen City as a Service-rapport. In dat laatstgenoemde rapport wordt becijferd dat we nog geen 10 procent van onze spullen hergebruiken en het stelt services voor in plaats van bezit op het gebied van wonen, kleding, communicatie, ruimte, vervoer, voeding en logistiek.

‘Uit City as a Service bleek dat een mobiliteitsapp het grootste enthousiasme losmaakte bij de ondervraagden. En dat is wat je wilt: één app die je helpt overal heen te komen.’ In Helsinki hebben ze WHIM, een app die het openbaar vervoer heeft gekoppeld aan deelvervoer. Voor 499 euro per maand kun je onbeperkt reizen met allerlei soorten vervoer, maar je kunt ook per rit afrekenen.

Eigen fiets

In Nederland bestaan er ook al alternatieve vervoerssystemen, zoals de ov-kaart en deelauto’s en -scooters. ‘Maar die sluiten nu nog slecht op elkaar aan.’ Daarom bezit in Amsterdam nog een aanzienlijk deel van de bevolking een auto en heeft bijna iedereen een eigen fiets.  ‘Dat vervoer kost veel ruimte, veel materiaal, veel uitstoot en veel geld. Een auto staat 95 procent van de tijd stil, kost ondertussen wel belasting en parkeergeld en neemt veel plek in.’

Uit het Mobility as a Service-onderzoek blijkt dat Nederlanders echt wel willen nadenken over ander vervoer. ‘Zo’n vijftien procent zegt dat ze zouden overstappen op een systeem als WHIM. Een grotere groep, zo’n dertig procent, wil eerst zien of het systeem werkt.’

In het onderzoek is ook gevraagd wat mensen tegenhoudt hun eigen vervoermiddelen in te ruilen voor een abonnement. ‘Het voornaamste bezwaar is dat er niet voldoende alternatieve vervoermiddelen beschikbaar zijn – veel mensen hebben geen deelfiets of deelauto voor de deur, wat ze met de eigen fiets of auto wel hebben. Een ander bezwaar is dat de Nederlanders het delen van vervoer te veel gedoe vinden: Zij vrezen van tevoren iets te moeten reserveren of erachter te komen dat alles al weg is omdat het die dag heel mooi weer is en iedereen een bakfiets naar het strand wil. Tot slot moeten mensen ervan overtuigd zijn dat de kosten lager zijn dan wanneer ze zelf een auto hebben.’ 

Onderzoek leert dat de meeste Nederlanders maximaal 200 euro per maand zouden willen betalen voor een MaaS-abonnement. ‘We moeten kijken hoe reëel dat bedrag is om te kosten te dekken. Het is aan vervoerders en platformen om de juiste prijskwaliteit te bereiken.’ Het gaat dus om gemak, vertrouwen en een goede prijs. Om dat voor elkaar te krijgen is er nog tijd tot 2025, het streefjaar voor een dergelijke vervoerssysteem.

Hely

In Nederland wordt al wel geëxperimenteerd met de ‘Ik wil Hely’-app, in bijvoorbeeld Haarlem en de Amsterdamse circulaire wijk Buiksloterham zijn zogeheten hubs gecreëerd, waarmee op wijkniveau alle soorten deelvervoer met uitzondering van het openbaar vervoer worden aangeboden. ‘Ze zijn nog maar kort bezig en toch zijn er in Haarlem al mensen die hun tweede auto wegdoen, omdat het alternatief handig genoeg is.’ 

Ook het succes van Swapfiets, waarbij mensen maandelijks een bedrag betalen voor een fiets en het onderhoud ervan, is bemoedigend. ‘Zij hebben gezorgd dat mensen best een flink bedrag overhebben voor gemak; banden worden geplakt en als je fiets wordt gestolen, heb je zo een andere. Mensen ontdekken dat het fijn is niet zelf een fiets te bezitten.’

Autovrije grachten

Wet- en regelgeving en een andere inrichting van de stad kunnen ook impulsen in de goede richting geven. ‘Nu is de stad ingericht op autobezit. Overal zijn parkeerplaatsen en je kunt met een auto relatief snel de stad doorkruisen. Daar kan de gemeente veel aan doen. Zoals ze nu zorgen dat je bij het Centraal Station niet meer met de auto kunt komen en daar groen- en wandelzones creëren. Ook zouden ze van parkeerplaatsen mobiliteitsplaatsen kunnen maken, waarop al je deelvervoermiddelen kunnen staan, of fietsen en scooters. Die laatste hoeven dan niet meer op de stoep. Als je Amsterdammers laat zien dat de leefbaarheid toeneemt wanneer ze zelf niet meer alle middelen bezitten, kan dat een stimulans zijn. Autovrije grachten en stoepen zonder fietsen overal

Er moet nog wel wat gebeuren voordat de situatie ideaal is. ’We spreken met veel partijen en bespreken waar obstakels liggen en oplossingen zijn.’ ‘Belangrijk is dat we één standaard krijgen, waardoor iedereen dezelfde taal spreekt. Zoals voor de mobiele telefoon ook een standaard is met de gsm. Een standaard waarmee de reizigers overal, ook in het buitenland kan reizen.’ Zodat de reis niet ophoudt bij de grens.

Nog negen dagen tot WeMakeThe.City

Maandag 17 juni is het zo ver: dan begint in de metropoolregio Amsterdam de tweede editie van het internationale stedelijk innovatiefestival WeMakeThe.City. Met als kernvraag: hoe maken we – gezien de toenemende tweedeling – steden en regio beter voor ons allemaal? Ook dit jaar is er een scala aan conferenties, exposities, films, expedities en andere manifestaties over stedelijke onderwerpen.

Inclusiviteit als centrale thema

‘Dit is hét festival voor iedereen die van steden houdt. Want tijdens WeMakeThe.City behandelen we zo’n beetje alle stedelijke onderwerpen. Duurzaamheid, gezondheid, onderwijs, woningbouw, mobiliteit, cultuur, technologie, economie, you name it. Rode draad is inclusivitieit, vandaar het motto For All Of Us. Centraal in het festival staat de vraag: hoe maken we – gezien de toenemende sociaal-economische tweedeling – steden en regio’s beter voor ons allemaal?,’ aldus Egbert Fransen, festivaldirecteur van WeMakeThe.City.

Het thema van inclusiviteit in de stad komt zeven dagen lang terug in de brede programmering van conferenties, exposities, filmvertoningen, expedities en andere bijeenkomsten. Van maandag tot en met vrijdag ligt het accent met name op conferenties, gevolgd door netwerkborrels en expedities naar ontwikkelgebieden in de metropoolregio Amsterdam. Op zaterdag en zondag openen ruim 120 stedelijke initiatieven hun deuren voor het grote publiek. Bezoekers kunnen dan met het hele gezin deelnemen aan workshops, rondleidingen en open huizen dwars door alle buurten van Amsterdam en regiogemeenten.

Een paar hoogtepunten uit de programmering van WeMakeThe.City: 

Opening Night (maandag 17 juni, Theater Amsterdam)

Feestelijke opening van WeMakeThe.City. Met onder meer Indy Johar, Philomena Essed, Henk Ovink, Animata Cairo, Dionne Abdoelhafiezkhan, Giorgio de Finis, Joe Minicozzi en loco-burgemeester Udo Kock. Lees meer >>

Minority Report (dinsdag 18 juni, Pakhuis de Zwijger)

Urban Conference over sociale rechtvaardigheid, diversiteit en inclusiviteit in de stad. Met onder meer Jerry Afriyie, Maurice Crul, Glenn Helberg en Fatima Kamal. Lees meer >> 

Common Ground (woensdag 19 juni, Pakhuis de Zwijger)

Urban Conference over burgerparticipatie en de doorontwikkeling van de stedelijke democratie. Met onder meer wethouder Rutger Groot Wassink, Manu Claeys en Charles Landry. Lees meer >> 

Complete Turn Over (woensdag 19 juni, Circl)

Metropolitan Conference over de transformatie van Amsterdam tot een van de eerste steden ter wereld met een ‘donut’-economie. Met onder meer Kate Raworth en wethouder Marieke van Doorninck. Lees meer >> 

Green Logistics (donderdag 20 juni, RAI)

Metropolitan Conference over de verduurzaming van mobiliteit, vervoer en logistiek binnen de metropoolregio Amsterdam. Met onder meer Anni Sinnemäki, Clemens Baumgärtner, Alice Elliot, Paul Riemens, Femke Brenninkmeijer en Jeanet van Antwerpen. Lees meer >> 

Up Close and Liveable (vrijdag 21 juni, ITA)

Urban Conference over de eerlijke verdeling van voorzieningen als zorg, onderwijs en huisvesting binnen steden. Met onder meer OluTimehin Adegbeye, Morten Nielsen, Patrin Watanatada en Signe Jungersted. Lees meer >> 

Gebiedsexpedities (dinsdag 18 juni t/m vrijdag 21 juni, metropoolregio)

WeMakeThe.City organiseert 12 gratis expedities naar gebieden in de metropoolregio Amsterdam die ingrijpend in ontwikkeling zijn, zoals Amsterdam Zuidoost en Nieuw-West en het gebied Oosterwold in Almere. Lees meer >> 

Festivalweekend (zaterdag 22 juni en zondag 23 juni, metropoolregio) 

In het weekend van WeMakeThe.City openen ruim 120 stedelijken initiatieven hun deuren. Van broedplaats tot buurthuis, van stadstuin tot daktuin, van foodmarket tot startup. Amsterdam en de Metropoolregio veranderen in één groot festival met tours, exposities, workshops, kinderactiviteiten en buurtfeestjes. Lees meer >>

Zie voor het hele festivalprogramma: wemakethe.city.

WeMakeThe.City is een initiatief van de Gemeente Amsterdam, Amsterdam Economic Board, Pakhuis de Zwijger, Waag Society, Amsterdam Smart City en AMS Institute. Hoofdpartners zijn Hogeschool van Amsterdam, ABN AMRO, Heineken, Het Parool en Waternet.

Beeld: Opening Night WeMakeThe.City 2018. © Maarten Nauw. 

Carlos Menchaca: ‘We gaan veel van elkaar leren’

Carlos Menchaca is een bijzondere gast op WeMakeThe.City. Als eerste Mexicaans-Amerikaans raadslid in New York City en eerste openlijk gay ambt heeft hij als geen ander perspectief op immigratie en diversiteit, twee onderwerpen waarover hij spreekt tijdens de conferentie Governing Brooklyn op zaterdag 22 juni. ‘We hebben een niet eerder vertoonde hoeveelheid samenwerking nodig.’

‘Het festival behandelt een paar van de meest urgente problemen waar steden momenteel voor staan: rechtvaardigheid, duurzaamheid, bereikbaarheid en inclusie’, antwoordt Menchaca op de vraag waarom hij het belangrijk naar Amsterdam te komen om te spreken op WeMakeThe.City. ‘Deze uitdagingen markeren een collectief moment, en het zal een niet eerder vertoonde hoeveelheid samenwerking en betrokkenheid vereisen om ze het hoofd te bieden. Ik ben vereerd deel uit te mogen maken van deze internationale gelegenheid om verhalen, lessen en ideeën te delen, zodat we onze steden zo rechtvaardig, inclusief en weerbaar mogelijk kunnen maken.’

Immigrantenstad

Menchaca ziet er naar uit om zijn eigen, specifieke inbreng te geven. ‘Als lid van het stadsbestuur van New York City ben ik een voorvechter van immigranten en van participerende besluitvorming. New York is altijd een immigrantenstad geweest en zal dat ook altijd blijven. Maar bedreigingen aan het adres van immigranten in de stad maakt hun deelname op dit moment moeilijker dan ooit. Ik hoop dan ook op WeMakeThe.City in gesprek te gaan over hoe meer inclusiviteit onze democratie en onze gemeenschappen juist sterker kan maken en hoe beleidsmakers en communities kunnen vechten voor echte inclusie.’

Profiteren

De New Yorkse bestuurder verwacht een vruchtbare uitwisseling met de Amsterdamse praktijk. ‘Ik denk dat we zo veel van elkaar gaan leren. Beide steden profiteren van een ongelofelijke diversiteit en onze immigrantenbewoners staan op beide plekken voor grote uitdagingen als ze zich willen vestigen. Beide steden profiteren ook van de nabijheid van water, maar staan ook voor de problemen van stijgende zeespiegels en grotere stormen. Ik kijk ernaar uit ideeën te delen met organisaties en leiders van gemeenschappen om mensen die onze steden groot maken hoog te houden terwijl we tegelijkertijd oplossingen bedenken voor de grote uitdagingen van deze tijd.’

Podcast: Maurice Crul over superdiversiteit

Maurice Crul, hoogleraar Onderwijs en Diversiteit (VU) en schrijver van het boek Superdiversiteit. Een nieuwe visie op integratie, is te gast in de derde podcast van Pakhuis de Zwijger in het teken van WeMakeThe.City. Maurice Seleky spreekt met hem over de gevolgen van het feit dat etnische Nederlanders in grote steden tegenwoordig numeriek in de minderheid zijn. Daarnaast spreken ze over de voorlopige resultaten van zijn onderzoek Becoming a Minority’ en hoe de notie van ‘superdiversiteit’ leidt tot een ander perspectief op integratiebeleid.

Maurice Crul is ook te gast bij de Urban Conference ‘Minority Report: About social justice, diversity and inclusion in the city’ op dinsdag 18 juni in Pakhuis de Zwijger. Andere sprekers zijn hoogleraar Philomena Essed en psychiater Glenn Helberg . 

Beluister deze podcast hier https://dezwijger.nl/magazine/podcast-aflevering-36-maurice-crul

Foto: Peter Valkx

Het verdronken land

De uiterste consequentie van klimaatverandering is dat we met zijn allen onder water komen te staan. Dat scenario is, met een aantal alternatieven, te zien in het pop-up museum Verdronken Land van collectief LUDWIG – in beperkte vorm op de WMTC-conferentie Climate-proofing the Region op 18 juni. Het project kwam tot stand in samenwerking met Waternet, dat kunst als een middel ziet om mensen in beweging te krijgen. 

Dijkgraaf Gerhard van den Top wil heel graag dat het verhaal over de gevolgen van klimaatverandering verder wordt gedragen, ook buiten het kantoor van Waternet. Waternet is bezig met de technische oplossingen, maar mensen kunnen ook zelf een belangrijke bijdrage leveren. Dat verhaal laat zich daarom ook goed vertellen via de kunst.

Serieus verhaal

Het is op het eerste gezicht een serieus verhaal: klimaatverandering heeft op vijf vlakken effect op het leven van mensen. De extreme regenval zorgt voor overlast en schade. Extreme droogte is niet alleen slecht voor de natuur, maar is een zorg voor iedereen. Verzilting van het oppervlaktewater  als gevolg van droogte bedreigt de zoetwatervoorraad. De zeespiegelstijging maakt het houden van droge voeten in onze lage landen in de toekomst ingewikkelder. En dan is er nog hittestress, met heftige gezondheidsrisico’s voor ouderen.

Verdronken Land

Toch is Van den Top positief gestemd. ‘Maatregelen die we kunnen nemen maken de stad meteen groener, mooier en leefbaarder.’ Daar gaat het over tijdens de conferentie Climate-proofing the City op WeMakeThe.City, waar publieke en private partijen praten over oplossingen. Maar het gaat daar ook over wat burgers zelf kunnen doen – iets wat collectief LUDWIG die dag laat zien met een uitgeklede versie van het project Verdronken Land.

Peppie Wiersma, mede-oprichter en artistiek leider van collectief LUDWIG, is heel blij met de samenwerking met Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. ‘Ik was al jaren bezig met de gevolgen van klimaatverandering. We weten allemaal dat het gebeurt, maar toch is het weinig zichtbaar en weten mensen niet goed wat ze zelf kunnen doen. Dat maakt dat ze dan maar niets doen: ze denken dat die ene millimeter die ze kunnen opschuiven niets uitmaakt, maar dat is niet waar. Alles heeft zin. En die inspiratie willen we ze geven.’

Vervuilde waterijsjes

Het pop-up museum Verdronken Land is een verzameling van kunstprojecten over de kracht, dreiging en schoonheid van water. Wiersma zocht de verschillende kunstenaars bij elkaar en liet ze op hun eigen manier reflecteren. Zo creëerde componist Piet-Jan van Rossum een visuele en auditieve onderwaterervaring, laat beeldend kunstenaar Isaac Cordal heren in pakken in water drijven terwijl ze wachten op klimaatverandering en maakten drie studenten van de National Taiwan University vervuilde waterijsjes.

Ook is er een zeepkist waar mensen hun eigen verhaal op kunnen vertellen. ‘Dat is bijvoorbeeld een bestuurder van Waternet, maar ook een man die langs de Maas loopt om mensen die daar wonen te vertellen dat het water niet meer drinkbaar is.’

Draaggolf

Van den Top hoopt dat mensen letterlijk in beweging komen. ‘Kunst heeft de potentie om mensen direct op hun gevoel aan te spreken. Je kunt er energie mee losmaken.’ Dat moet ook tijdens WeMakeThe.City gebeuren, als een soort draaggolf van bestuurders en partners, die de ambities om de stad te beschermen en te vergroenen concreet gaan maken. Voor Wiersma is het project een bewijs dat samenwerking mooie dingen oplevert. 

Waternet denkt mee

De rol van Waternet verandert. De klimaatveranderingen in de afgelopen tien jaar hebben geleid tot een programma om Amsterdam regenbestendig te maken, maar ook tot maatregelen om extreme droogte de baas te zijn. Daarnaast ontpopt het waterbedrijf zich als energie- en grondstoffenleverancier. 

‘De enorme regenbui in Kopenhagen in 2012, met vijftien centimeter in een uur en een schade van een miljard euro, triggerde ons’, vertelt directeur Roelof Kruize. ‘We hebben met het bedrijfsleven modellen gemaakt en per vierkante meter berekend wat zo’n bui in Amsterdam zou aanrichten. Dat bleek een vergelijkbare schade te zijn.’ 2014 gaf een voorproefje, toen een bui van negen centimeter per uur de Coentunnel en metrostation Zuid onder water zette. ‘Sindsdien zijn we bezig Amsterdam rainproof te maken.’

Sponswerking

Met het programma Amsterdam Rainproof werd in eerste instantie  gewerkt aan de bewustwording in de samenleving en aan netwerken. De organisatie laat zien waar de zwakke plekken zitten en welke maatregelen er worden genomen. Kruize: ’We zijn hard gegroeid: we hebben tachtig verschillende partners, waaronder gemeentes, organisaties en bedrijven, die allemaal tot doel hebben de sponswerking van de stad beter te krijgen.’

Waternet adviseert inmiddels actief hierover bij aanleg van gemeentelijke infrastructuur, als wegen of groen en bij de aanleg van nieuwe wijken. ‘We zorgen ervoor dat een regenbui van zes centimeter per uur geen overlast geeft, dankzij polderdaken, verbreding van grachten en het aanleggen van dwarsverbindingen. De Zuidas kan zelfs vijftien centimeter per uur aan.’ Amsterdam kent ook al de eerste wateropvangende wegdekken: in de Argonautenstraat liggen kratjes onder het wegdek en de parkeerplaats van het De Mirandabad is regenbestendig gemaakt door het gebruik van grind. 

Droogte

Niet alleen regen, maar ook droogte stelt het bedrijf voor grote uitdagingen. ‘Vorig jaar hadden we de droogste zomer ooit’, aldus Kruize. Het waterbedrijf moet zorgen voor voldoende drinkwater, maar ook voor de instandhouding van dijken die kunnen uitdrogen, en voor de staat van het oppervlaktewater, dat kan verzilten als gevolg van droogte. ‘Een lage grondwaterstand is ook een issue voor houten-paalfunderingen in de stad, die worden aangetast als ze niet onder water staan.’

Het waterbedrijf neemt maatregelen tegen de gevolgen van klimaatveranderingen, maar werkt ook aan de oorzaken van die veranderingen. Bijvoorbeeld door zelf over te gaan op andere energiebronnen als zonnepanelen, maar ook door eigen mogelijkheden te benutten. ‘We zijn bezig met de ontwikkeling van aquathermie’, zegt Kruize. Daarbij worden de koude en warmte van drinkwater, afvalwater en grondwater gebruikt om warmte en koude te produceren. ‘We hebben uitgerekend dat je de helft van de warmtebehoefte van de stad uit aquathermie kunt halen. Voor Strandeiland op IJburg onderzoeken we de optie van een laag-temperatuurnet dat gevoed wordt met warmte uit afvalwater en oppervlaktewater.’

Sanquin Bloedvoorziening koelt de bloedopslag inmiddels door koude uit de drinkwaterleiding die bij hen voor de deur loopt. En met Schiphol is een studie gedaan waaruit blijkt dat met koudewinning uit de grote drinkwaterleidingen die langs de luchthaven lopen alle terminals van Schiphol gekoeld kunnen worden. ‘We bewegen ons langzaam richting de rol van energieleverancier’, vertelt Kruize.

Secundaire grondstoffen

Daarnaast ontpopt het bedrijf zich ook als grondstoffenproducent, in hun ambitie de hele watercyclus te verduurzamen. Waternet is het enige waterbedrijf in Nederland dat de hele cyclus, van drink- naar afvalwater, in één bedrijf beheert. Kruize: ’We kunnen waterstromen koppelen. Zo halen we grondstoffen uit drinkwater; het kalk dat tijdens het ontkalken vrijkomt wordt nu bijvoorbeeld gebruikt in scrubs voor een jong cosmeticabedrijf. Uit het afvalwater halen we struviet, een alternatief voor kunstmest. Ook kijken we of we uit afvalwater eiwit kunnen maken – belangrijk, omdat er wereldwijd eiwittekort is. En de TU Delft experimenteert met onbrandbaar plastic uit het zuiveringsslib dat vrijkomt bij afvalwaterbehandeling. De toepassingen worden dus steeds hoogwaardiger.’

Kennis

Tijdens WeMakeThe.City gaat het Waternet om het delen van kennis, het versterken van (internationale) banden en het leren van andere organisaties. ‘Rainproof heeft veel belangstelling bijvoorbeeld van miljoenensteden in China die kampen met regenwateroverlast. We hebben ook een internationale zusterorganisatie, Wereld Waternet, waar we in achttien landen mee actief zijn. We hebben goede samenwerkingen met steden als Kopenhagen, Berlijn, Parijs, New York en Singapore maar we willen ook graag leren van Madrid en Barcelona en Italiaanse steden, die al lang ervaring hebben met droogte.’ 

En passant moet ook de burger bewust worden gemaakt van wat er allemaal nodig is om Nederland van water te voorzien en ertegen te beschermen. ‘Het is de keerzijde van ons succes; mensen vinden het vanzelfsprekend dat ze onder de zeespiegel wonen en er altijd drinkbaar water uit de kraan komt. Maar ze moeten ook wel weten wat ze zelf kunnen doen om dit zo te houden.’

Waternet is lead partner van WeMakeThe.City en neemt deel aan de Metropolitan Conference Climate-proofing the Region, op dinsdag 18 juni.